vrijdag, mei 25, 2007

In de voetsporen van "de aarde is plat"


 

 Het gaat dan toch echt gebeuren; we treden in de voetsporen van Thomas Friedman en gaan zelf ontdekken dat de aarde plat is. Al lange tijd hebben Jan Wietsma en ik het erover gehad dat het toch aardig zou zijn om een keer echt naar outsourcing en offshoring in het Verre Oosten te gaan kijken. En we gaan naar India en Hong Kong, we hebben vanochtend de laatste details doorgenomen met het reisbureau en we gaan een schitterende reis maken. Ik heb een beetje het ‘Peking Express-gevoel’, maar wij gaan niet liften en zullen ook alleen in goede hotels overnachten.

Maar weet u nu wat zo leuk is: u kunt ook mee! Wilt u ook mee de magie van de platte  aarde ontdekken in India en Hong Kong, ga dan mee met deze 8-daagse studiereis van 22 tot en met 29 september 2007.

We nemen een kijkje in de keuken in de outsource-markt in India, spreken met Nederlanders die de sprong naar het Verre Oosten hebben gemaakt en laten ons informeren over de lokale wet- en regelgeving.

Op 5 juni aanstaande is er een informatiebijeenkomst in Hotel Van der Valk te Leusden van 15:00 tot 17:00 uur. Tijdens deze bijeenkomst zullen wij u nader informeren over deze reis. Wees snel, want het aantal deelnemers is beperkt. Aanmelden voor de bijeenkomst kan via deze link.

maandag, mei 21, 2007

Negatieve campagnes deugen niet


In de Accountancynieuws van afgelopen vrijdag heb ik het over het tekort aan mensen in de accountancy. Dat tekort is nijpend en accountantskantoren grijpen naar steeds radicalere methoden om nieuwe mensen te werven. Berk reist met een vrachtwagen met videoscherm de vestigingen van concurrenten af om nieuwe mensen te werven. De collega’s reageren niet allemaal even positief hebben we inmiddels uit de pers begrepen. Vorige week woensdag begon ook de digitale campagne en die is al even irritant, want hij bedekt de helft van het nieuws van Accountancynieuws. Thema is duidelijk de work life balance, die bij Berk vooral voor elkaar is en die bij de rest van de wereld niet goed is.

Ook Arenthals heeft zich in het wervingsgeweld begeven met een fictief accountantskantoor onder de naam Beep. Beep is een fictief Big Four-kantoor met een werkweek van 9 dagen, pizzabezorgdienst en een eigen flitsscheidingafdeling. Ook hier is het verhaal de work life balance, die bij Arenthals goed voor elkaar is en bij de rest van de wereld niet goed is.

Okee, de reclamebureaus zijn door de marketingmanagers en hr-consultants goed gebriefd. Actueel thema in de accountancy is de work life balance en bij de grote 4 is dat helemaal niet goed voor elkaar. Daar moet de marketing campagne op gericht zijn, en denk als je blieft een beetje ‘out of the box’, want de nood is hoog.

Nu hebben al die HR-managers, marketing managers en reclamebureaus nog nooit gehoord van artikel 5, ‘eer van de stand’. En in de nieuwe beroepsregels zijn we hem natuurlijk ook kwijt geraakt. ‘Eer van de stand’ was de regel dat je niets mocht doen wat het beroep in een kwaad daglicht kon stellen. En wat doen die nieuwe campagnes? Ze stellen dat onze grote broers verworden zijn tot moderne slavenhuizen van deze tijd. Waar mensen geen tijd meer hebben voor een normaal gezinsleven en de declaratiedrang ongekende proporties heeft aangenomen.

Natuurlijk we kennen allemaal de verhalen van de borreltafel of in onze studietijd. Ook toen kwamen de mensen van de grote vier op vrijdag in het pak om nog even een paar declarabele uurtjes te kunnen pakken. Maar herhaaldelijk blijkt dat mensen bij de grote vier best tevreden zijn en diegenen die er niet tegen kunnen, gaan gewoon weg.

Wat ik dus tegen heb op de huidige campagnes is dat ze zo negatief zijn, negatief over grote accountantskantoren. Het risico bestaat daarbij dat het accountantsberoep in zijn algemeenheid daardoor in een kwaad daglicht komt te staan. En dan moeten de dames en heren marketeers maar weer eens hun basiswerken erbij pakken en daarin staat dat een negatieve campagne niet werkt. Coca Cola maakt ook geen reclame dat Pepsi niet lekker is, nee ze creëren een meerwaardegevoel bij het merk Coca Cola.

Wat is het meerwaardegevoel wat ik bij Berk krijg? Wat is het ‘meerwaardegevoel’ dat ik bij Arenthals krijg? ………………………………..Dat het verloop er 20% of meer is en dat zegt mij genoeg!

donderdag, mei 10, 2007

Apetrots


Ik ben apetrots. Afgelopen week werd duidelijk dat wij de eerste plaats hebben behaald in de categorie accountancy in de Sprout 100. Als 94% van je klanten aangeeft dat ze tevreden zijn over je dienstverlening is dat best iets om trots op te zijn. Nu heb ik daar zelf natuurlijk maar een zeer bescheiden bijdrage aan geleverd en moet alle lof gaan naar al die medewerkers binnen onze organisatie die dag in dag uit de directe klantencontacten hebben. Wij zijn een people’s business en onze mensen maken dus klaarblijkelijk het verschil. Dat is het geheim van Alfa. Dankbaar moeten we zijn voor het goede oordeel van onze klanten, die bereid zijn geweest om aan dit onderzoek mee te werken.

Maar zoals Michael Dell al eens verkondigde: ‘Lets celebrate a nanosecond, then move on’. Want de competitie in de accountancy is hard en de verschillen zijn maar klein. Ook voor ons zijn er nog voldoende punten om te verbeteren en over vijf minuten staat er gewoon weer een klant voor de deur. Ook die klant moet weer naar buiten gaan met datzelfde goede gevoel.

Gek is eigenlijk dat we ons natuurlijk binnen de accountancy de afgelopen twee jaar alleen maar druk hebben gemaakt om formele regeltjes en dat we misschien wel een beetje te veel navelgestaard hebben. Ik wil dan ook graag de nummer 2 uit het onderzoek napraten: ‘rules don’t rule’ en ik zou eraan willen toevoegen: ‘Exceed the expectations of your customer’. Wat we niet moeten vergeten, is dat onze klanten niets snappen van de spannende discussies rondom de WTA, de NVAK of de uitkomsten van de commissie Verdiesen. De klant wil gewoon goed geholpen worden door zijn accountant, uiteraard binnen de grenzen van de wet en conform de geldende beroepsregels. Maar dat zijn randvoorwaarden; u vraagt toch ook niet naar het diploma van de bakker?

dinsdag, mei 08, 2007

Le secret: la bonne qualité

De Tsangetjes waren dus met vakantie. Nee, geen all inclusive heel veel sterren resort in Turkije dit keer, maar wat rustiger aangedaan en het schitterende Normandië bezocht. Een klein dorpje in Haute Normandie, Quineville genaamd, net ten westen van de Amerikaanse D-Day-stranden. Een klein Frans dorpje met een bakker (4 stappen), een slager (8 stappen), een bar annex supermarkt annex boekenwinkel (5 stappen), een postkantoor (12 stappen) en een pâtissier (20 stappen). U begrijpt, wij zaten centre ville. Grote vraag is natuurlijk hoe binnen een zo klein dorp deze detaillisten het konden uithouden. Immers, op 7 minuten rijden zat al een wat groter dorp met eveneens een bakker, een slager, een traiteur, een kleine supermarkt. Maar toch was het iedere dag weer druk bij de bakker die heerlijke baguettes bakte voor maar 74 cent per stuk. En de paté’s bij de slager zagen er lekkerder en verser uit dan ik bij menig Nederlandse slager ben tegengekomen. Dus waar zit het geheim? Of ben ik gewoon naar een Frans all inclusive resort geweest waar al de mensen gewoon op de loonlijst staan? Maar bij het begin van de vakantie heb ik niet een paars of oranje armbandje gekregen en ik moest gewoon iedere dag voor alle losse onderdelen betalen. Of is dat de toekomst van deze aardige mensen, ik heb begrepen dat er na de verkiezingen in Frankrijk een hoop gaat veranderen.

Het geheim zit hem erin dat al deze mensen dag in dag uit kwaliteit leveren. De bakker begon om 4 uur al met het kneden van het brood (waar wij dus wakker van werden). Als de slager een stuk vlees niet snel genoeg verkocht kreeg, verwerkte hij hem persoonlijk tot een heerlijke paté of rillette. Kwaliteit dus en oog voor het detail, de smaak en de authenticiteit; daar kan geen hypermarché tegenop. Wat kunnen wij leren van deze bevlogen detaillisten? Dat vakmanschap en kwaliteit loont en dat je voor sommige dingen nu eenmaal de tijd moet nemen. Ook wij moeten ons dat afvragen binnen ons beroep; willen we de hypermarché zijn met meer dan 100.000 artikelen ( ja daar kan een gemiddelde Albert Heijn met 10.000 artikelen nog een puntje aan zuigen)? Of willen we de specialist zijn, lokaal betrokken die net dat stapje extra zet voor zijn klanten. ‘Ja’, zult u stellen maar in Nederland wordt het steeds moeilijker voor juist die kleine detaillist om het hoofd boven water te houden. Waar vind je vandaag de dag nog een echte slager in Nederland, of een bakker die iedere ochtend kraakvers brood bakt. Ze zijn er nog wel, maar vaak op één hand te tellen, daar hebben we tegenwoordig speciale bladen voor de doorgewinterde foodies. Of hebben de Nederlandse detaillisten te veel geprobeerd de supermarkten na te spelen en zijn ze vergeten wat kwaliteit en vakmanschap inhield? Laten wij ook onze klanten van ons vervreemden en jagen we ze naar de supermarkt of kiezen wij voor specialisatie?

zondag, mei 06, 2007

Vakantie

Vakantie

Beste lezers ik was even met vakantie maar vanaf nu weer minimaal een keer per week een verse blog. Voor de liefhebber een tekenfilm over accountants, of wij geen spannend beroep hebben.

Partem disputando

Partem disputando

Graece suscipit